Wet toekomst pensioenen (Wtp) en partnerpensioen


Voorkom vervelende situaties rondom het partnerpensioen van medewerkers die samenwonen
Heb je samenwonende, ongehuwde werknemers die deelnemen aan jouw pensioenregeling? Informeer ze dan goed over de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Zo behoed je ze voor problemen met hun partnerpensioen. In de Wtp is nu namelijk wettelijk vastgelegd wie als partner telt. Voor ongehuwd samenwonenden betekent dit: alleen bij een gezamenlijke huishouding is er recht op partnerpensioen. Door dit onderwerp actief onder de aandacht te brengen, help je werknemers hun partnerpensioen veilig te stellen, en voorkom je vervelende situaties voor nabestaanden én mogelijke vragen of klachten achteraf richting jou als werkgever. In dit artikel blog lees je wat er verandert en hoe je jouw medewerkers hierbij kunt ondersteunen.
Wanneer telt iemand als partner onder de Wtp?
Onder de Wtp is duidelijk vastgelegd wanneer iemand als partner wordt erkend. Dat is belangrijk, want alleen dan is er recht op partnerpensioen. Je hebt een erkend partner bij huwelijk en geregistreerd partnerschap. Maar bij ongehuwd samenwonen gelden extra voorwaarden:
- ·Beide partners moeten 18 jaar of ouder zijn.
- Partners mogen geen directe familie van elkaar zijn in de eerste graad (zoals ouder of kind).
- Partners moeten samen een huishouden voeren én dit kunnen aantonen met een notarieel samenlevingscontract, een samenlevingsverklaring, of een eenzijdige verklaring van de partner (opgesteld door de achterblijvende partner ná overlijden van de deelnemer).
Alleen als aan deze voorwaarden wordt voldaan, heeft de partner recht op partnerpensioen.
Wat als een medewerker niet aan deze voorwaarden voldoet?
Woont je medewerker ongehuwd samen, zonder notariële samenlevingsovereenkomst? En staan medewerker en partner minder dan 6 maanden op hetzelfde adres ingeschreven? Dan wordt de partner dus niet automatisch erkend door de pensioenuitvoerder. Het gevolg: er is geen recht op partnerpensioen als de medewerker overlijdt. Dat kan voor grote problemen zorgen – zeker op een moment dat nabestaanden al genoeg aan hun hoofd hebben. Daarom is het belangrijk om dit tijdig goed te regelen.
Wat kun je doen als werkgever?
Als werkgever speel je een belangrijke rol in het voorkomen van problemen rond het partnerpensioen. Vooral bij ongehuwd samenwonende medewerkers is het belangrijk om actief te informeren:
1. Informeer medewerkers over het belang van een samenlevingsverklaring
Raad aan om:
- Direct bij het samenwonen een samenlevingsverklaring op te stellen.
- De verklaring in te dienen bij de pensioenuitvoerder.
- In de verklaring aan te geven dat ze samenwonen op hetzelfde adres én voor elkaar zorgen (gezamenlijke huishouding).
Zo wordt de partner officieel erkend en is er bij overlijden vóór de pensioendatum recht op partnerpensioen. Je Fidus-adviseur kan een standaardformat voor deze verklaring aanleveren.
2. Informeer over de eenzijdige verklaring na overlijden
Als de partner niet vooraf is aangemeld, kan de nabestaande na overlijden nog een eenzijdige partnerverklaring indienen. Hierin verklaart hij of zij dat er sprake was van een gezamenlijke huishouding. Let op: dit is alleen geldig als de partners:
- Minimaal 6 maanden samen ingeschreven stonden in de Basisregistratie Personen (BRP).
- En samen een kind hebben of samen een woning gehuurd of gekocht hebben.
Voldoen de partners hier niet aan? Dan vervalt het recht op partnerpensioen. Sommige pensioenuitvoerders hanteren soepelere regels, maar dit is geen garantie.
3. Adviseer ook langdurig samenwonende deelnemers
Ook medewerkers die al langer dan 6 maanden samenwonen doen er goed aan om te controleren of ze aan álle voorwaarden van het pensioenreglement voldoen. Wijs ze op het belang van een samenlevingsverklaring om misverstanden of afwijzing te voorkomen.
Meer weten? Vraag het je adviseur
Wil je meer weten over dit onderwerp? Neem dan contact op met één van de pensioenadviseurs van Fidus.
Lees ook:
Meer nieuws